Het is een donkere wintermiddag in Antwerpen. De sneeuwvlokjes dwarrelen langzaam naar beneden en voor ze de grond kunnen raken, kriebelen ze al in mijn gezicht. Brrr, mijn handen, neus en oren zijn koud. Ondanks de suède handschoenen en dikke muts van wol, weet de sneeuw mij rillingen te geven. Ik probeer flink door te stappen over de kinderkopjes om het leuke restaurantje te vinden dat ik vond in mijn 100% boekje. Maar zo ver kom ik niet. Ik word gelokt door de geur van warme wafels, ik ruik chocolade en kan de suiker bijna proeven.
Al jaren kom ik samen met mijn lief regelmatig in Antwerpen of bezoeken we een andere stad in België. Dat we er minimaal één keer per jaar komen staat vast. We probeerden al diverse wafels uit. Dunne, stevige met een krokante korst. Zoete Luikse wafels en dikke, luchtige Brusselse wafels. In combinatie met chocolade of slagroom en aardbeien en natuurlijk een sterke kop koffie, is dit het beste tussendoortje van de dag.
De wafel ruikt naar een warme nazomermiddag. De geur laat al mijn zintuigen prikkelen, na de eerste hap ben ik helemaal verkocht. De wafel is prachtig bruin, knapperig van buiten, maar heerlijk luchtig van binnen. De chocolade smelt direct in mijn mond en als een zachte gloed glijdt het mijn keel in. Stoppen met eten is niet mogelijk. Deze wafel wil ik verorberen, tegelijkertijd langzaam eten, anders verdwijnt hij zo snel. Ik smul van mijn warme wafel met chocolade en poedersuiker. Zoeter dan zoet, het kan niet op dit weekend. Desire de Lille, daar moet je naartoe als je een fantastische wafel proeven wilt.
Voor we weglopen vraagt deze man of we misschien nog iets willen bestellen. Mijn hoofd zegt nee, mijn hart klopt ja. En wordt ons niet gezegd dat we ons hart zo vaak mogelijk moeten volgen? Nog geen 5 minuten later staan we weer in de gure winterwind. Dwarrelen de sneeuwvlokjes naar beneden en smelten ze op mijn opgewarmde huid. Maar het maakt ons niets uit. Want we lopend hand in hand door door het prachtige centrum, terwijl we van onze tweede wafel genieten.